Celstraffen in zaak Dauwendaelegroep

MIDDELBURG - Officier van justitie W. Suijkerbuijk was het maandag toen de Middelburgse rechtbank de 'Dauwendaelegroep' behandelde in de zaak tegen een van de hoofdverdachten de 19-jarige Middelburger N. de J. duidelijk: 'Hij heeft veel schade toegebracht en het interesseert hem niks. En ik heb geen enkele illusie dat-ie hier niet wéér eens een keer staat.'' Dit, nadat De J. verzekerde een braaf leven te gaan leiden. En zo eiste Suijkerbuijk een celstraf van twee jaar tegen de Middelburger. Plus nog eens 144 dagen van een eerder vonnis.

De J. stond samen terecht met de 30-jarige R. de Visser uit Vlissingen en de 23-jarige Middelburger F. de K. Tegen deze twee werden straffen van zeven maanden respectievelijk 180 dagen cel waarvan 89 dagen voorwaardelijk en een taakstraf van 240 uur gevorderd. Tegen de afwezige N. D. uit Oudelande werd 90 dagen cel waarvan 61 voorwaardelijk plus 120 uur taakstraf geëist.

De vier worden verdacht van inbraken en heling en zouden ze - met uitzondering van D. - een criminele organisatie vormen. Het viel op: in de Middelburgse wijk Dauwendale werden eind 2013 bijzonder veel woninginbraken gepleegd. Er volgde een uitgebreid onderzoek, er werden telefoons afgetapt en begin januari 2014 werd De J. na een poging om in te breken opgepakt. De rest volgde al snel. Tijdens de behandeling van de inbraken zeiden de drie die zich maandag mochten verantwoorden niet veel. Of ze zwegen, of ze wisten het niet, ze kenden elkaar nauwelijks en verder hadden ze weinig tot niets crimineels gedaan. Overigens hadden ze wel enkele overeenkomsten: geen werk, geen inkomen en een strafblad.

De J. werd juni 2013 veroordeeld omdat hij (toen nog minderjarig) had geprobeerd een benzinestation in Middelburg te beroven, kreeg daarvoor onder meer een forse voorwaardelijke celstraf en was een maand later weer 'bezig' met een vernieling. V. werd in 2010 veroordeeld tot 45 maanden cel voor een overval en De K. had zich als minderjarige ook al bezig gehouden met heling.

Volgens de advocaten was er absoluut geen sprake geweest van een criminele organisatie en dienden hun cliënten voor een groot aantal feiten te worden vrijgesproken. De raadsman verzocht de rechtbank om de schadevergoeding van 1398 euro die De J. zou moeten betalen omdat hij iemand in december 2013 een gebroken neus zou hebben bezorgd niet ontvankelijk te verklaren omdat hij ook 1900 euro moest betalen voor een vernieling die hij had aangericht.

Dinsdag moeten twee minderjarigen terecht staan. De hoofdverdachte, de 20-jarige G. S. zal zich later moeten verantwoorden. De uitspraak is op 26 januari.