Boetes en taakstraffen voor runnen wietkwekerij

MIDDELBURG - Tegen vier Eindhovenaren in leeftijd variërend van 27 tot 62 jaar en één Belg uit Kaulille (45) is maandag in Middelburg elk een boete van tienduizend euro, een taakstraf van 240 uur en een voorwaardelijke celstraf van tien maanden geëist.

Het vijftal, waarvan er twee niet op de zitting waren verschenen, worden ervan verdacht van 1 januari 2011 tot en met hun aanhouding op 16 mei 2011 in de Vlaanderenhal in Sas van Gent een hennepkwekerij annex 'stekkenfabriek' te hebben gerund. In met name de voormalige fitnessruimte werden 927 planten en 18.245 stekjes aangetroffen.

Volgens het Openbaar Ministerie zou, als alle stekken planten zouden uitgroeien tot planten en er hennep kon worden geoogst de opbrengst zo'n vier miljoen euro (belastingvrij) hebben kunnen opleveren. Justitie kwam de kwekerij op het spoor na een tip dat het er zo erg naar weet rook.

Er volgde een inkijkoperatie en toen de politie op 16 mei 2011 opnieuw de Vlaanderenhal betrad troffen ze daar vijftien mensen aan, waaronder J. K. (51), de huurder van de hal. Deze zei absoluut van niets te weten. ,,Er zijn hier zo'n zeventig huurders waarvan 29 vaste en iedereen heeft sleutels.'' Ook de twee medeverdachten, vader en zoon B. zeiden van niets te weten. Ze kwam om er wat op verzoek te klussen, wilden ze de rechtbank doen geloven. ,,Er was veel achterstallig onderhoud'', legde K. uit. Een busje met daarin goede kennissen dat op de bewuste dag kwam aanrijden en toen ze de politie zag rechtsomkeert maakte, had verklaard verkeerd te zijn gereden. En weer een ander, die claimde nog nooit in de Vlaanderenhal te zijn geweest, liep in het donker regelrecht naar de koffiehoek. De sleutel van de afgesloten fitnessruimte/kwekerij had hij op de grond gevonden en per ongeluk in zijn zak gestoken.

De advocatuur was van mening dat de behandeling van de zaak wel erg lang op zich had laten wachten. ,,Begin 2012 was alles afgerond en wij kregen het dossier pas vorige maand op ons bureau'', merkte een van hen op. Zij vonden dan ook dat het Openbaar Ministerie haar recht op vervolging vanwege het tijdsverloop had verspeeld en vroegen de rechtbank om het OM niet ontvankelijk te verklaren.

Verder stelden ze dat er geen enkel bewijs was en hun cliënten dus moesten worden vrijgesproken. Hetzelfde gold wat hen betrof voor de deelname aan een criminele organisatie, waar de mannen ook van werden verdacht.

De rechtbank doet uitspraak over twee weken. De tien overige verdachten moeten op 15 juni voor de politierechter verschijnen.