'Jonge oplichtster naar inrichting'

MIDDELBURG - Het Openbaar Ministerie wil dat een 21-jarige vrouw uit Arnemuiden wordt veroordeeld tot een celstraf van een jaar waarvan de helft voorwaardelijk en een opname in een instelling. Ze zou pathologische leugenaarster zijn en diverse mensen hebben opgelicht.

De vrouw zat donderdag vol schaamte voor het hekje van de rechtbank in Middelburg. Tijdens de behandeling van haar zaak was ze eerlijk: ze loog al vanaf het moment dat ze op de basisschool zat, maar nu was het genoeg geweest. Was het destijds geen leugentje om bestwil, dan was het wel om aandacht te vragen.

Uiteindelijk mondden die leugens uit in oplichting, verduistering en valsheid in geschrifte. Dat gebeurde eind vorig jaar en begin dit jaar op diverse plaatsen in Zeeland en daarbuiten.

Van familieleden werden acceptgirokaarten gestolen, een bedrag ingevuld, van een valse handtekening voorzien en het geld kwam op haar rekening terecht. Hetzelfde laken een pak met de creditcard van haar vriend, een auto kopen die niet werd betaald en telefoonabonnementen die op naam van haar ouders werden afgesloten.

Daarnaast deed ze nog enkele valse aangiften tegen haar vader omdat die haar zou hebben mishandeld. Tijdens haar schorsing uit voorlopige hechtenis bezocht ze in Middelburg een kapster die naar zijn geld kon fluiten en werd er door haar en een vriend geslapen in een hotel dat met een onbetaalde rekening bleef zitten.

De inrichting van haar woning met spullen uit een kringloopwinkel werden met een zielig verhaal aangeschaft en evenmin betaald. Alles bij elkaar zeker veertien feiten, die de vrouw volmondig erkende.  Alle gedupeerden hebben inmiddels van de vrouw een brief ontvangen met de nodige spijtbetuigingen en een aanbod om de geleden schade te vergoeden. Volgens de deskundigen heeft de vrouw een ziekelijke neiging om te liegen en neigt ze naar het predicaat 'een pathologische leugenaarster'.

Zowel de officier van justitie als haar advocaat en de vrouw zelf zijn van mening dat ze geholpen dan wel behandeld moet worden, wil ze nog iets van haar toekomst kunnen maken. Vandaar ook dat de officier  een celstraf van een jaar waarvan de helft voorwaardelijk (precies de tijd dat ze in voorarrest heeft gezeten) tegen haar eiste en dat ze twee jaar moet worden opgenomen in een instelling waar ze kan worden behandeld.

Uitspraak over twee weken.