Uitspraak in zaak Checkpoint

MIDDELBURG  - De rechtbank in Middelburg heeft donderdag korte celstraffen opgelegd aan de verdachten in de zaak rond coffeeshop Checkpoint.

Hoofdverdachte Meddie W. is veroordeeld tot zestien weken gevangenisstraf voor softdrugshandel. Die straf heeft hij echter al uitgezeten in voorarrest. De inmiddels gesloten coffeeshop in de Zeeuwse plaats Terneuzen gold als grootste in Europa met dagelijks twee- tot drieduizend klanten.

Het Openbaar Ministerie (OM) eiste vorige maand een gevangenisstraf van anderhalf jaar tegen hoofdverdachte Meddie W. en tegen vijftien andere verdachten straffen variërend van 120 uur taakstraf tot een jaar cel.

W., de eigenaar van de coffeeshop, en zijn personeelsleden en leveranciers zijn beschuldigd van onder meer het bezit van grote hoeveelheden hasj, export van softdrugs en deelname aan een criminele organisatie. Het OM heeft aangekondigd ruim 28 miljoen euro te willen ontnemen van W., het bedrag dat hij met zijn handel in softdrugs zou hebben verdiend. Van de rechtbank hoeft W. maar een kleine tien miljoen euro af te dragen.

Volgens de rechtbank heeft Checkpoint jarenlang de gedoogvoorwaarden overtreden. De coffeeshop had altijd meer dan de maximaal toegestane halve kilo softdrugs in opslag. Ook heeft de onderneming de wet overtreden door softdrugs op grote schaal buiten de coffeeshop te vervoeren, te bewerken en op te slaan.

,,Checkpoint was een goed georganiseerde coffeeshop en ook de aanvoer, de verwerking en opslag van de softdrugs gebeurden in nauwe samenwerking tussen de leiding en de personeelsleden'', vindt de rechtbank. Daarom beschouwen de rechters Checkpoint ook als een criminele organisatie.

Toch zijn de straffen lager uitgevallen dan het OM had geëist. Als reden daarvoor noemt de rechtbank de rol van de overheid. ,,Checkpoint had nooit zo groot kunnen worden zonder de medewerking van de gemeente Terneuzen. Er is ook door justitie nooit een waarschuwing gegeven dat de coffeeshop kleiner moest worden'', aldus de rechtbank. Verder is de inval en het politieonderzoek het personeel niet in de koude kleren gaan zitten. Daarom vindt de rechtbank dat de voorlopige hechtenis voor de verdachten al voldoende straf is geweest.