Proef wegbeheer maakt het voor fietsers niet veiliger

MIDDELBURG - Het is een goed doordacht plan dat wel beter uitgelegd moet worden, verklaarde waterschapsbestuurder B. van de Hoef over een nieuwe vorm van wegbeheer voor plattelandswegen. Maar daar denken de gebruikers van de wegen toch anders over. „Ik snap er helemaal niks van.“ A. Vader uit Biggekerke, eigenaar van een loonbedrijf, maakt geen geheim van zijn afkeer van de proef die Waterschap Zeeuwse Eilanden volgend jaar wil uitvoeren. Hij beschouwt die als ’een ordinaire bezuinigingsmaatregel’.

Het idee is om drempels en andere snelheidsremmers op plattelandswegen weg te halen, omdat die toch alleen maar irritatie opwekken bij automobilisten. Om de veiligheid van de fietsers te waarborgen, wordt de begroeiing in de berm minder vaak en minder kort gesnoeid.

Vader heeft op B-wegen nu al nauwelijks genoeg ruimte voor zijn ruim drie meter brede brede landbouwmachines. Als de bomen en struiken tot aan de weg mogen groeien, komt hij niet meer zonder schade over die wegen, voorspelt hij. „Het wordt gewoon ondoenlijk. Als je de wegen laat dichtgroeien, hou je soms minder dan drie meter over. Dat leidt zeker tot schade aan je spiegels. En die worden toch ook van belang geacht voor de veiligheid.“

Vader heeft er al meerdere collega-loonwerkers en landbouwers over gesproken. En allemaal zien ze de proef met weinig vertrouwen tegemoet. „Drempels zijn ook niet fijn, maar wel beter om de snelheid te remmen. Zoals het nu is, vind ik het eigenlijk wel fatsoenlijk geregeld.“

Vader denkt niet alleen aan zijn eigen belang; hij voorspelt dat het ook voor fietsers juist minder veilig zal worden. „Zij kunnen nu nog afstappen en in de berm gaan staan als ze dat willen. Als dat niet meer kan, wordt het erg griezelig voor ze.“

Dat denkt ook S. van Oirschot van de Fietsersbond in Middelburg. Hij fietst graag en vaak over de Snouck Hurgronjeweg, even buiten Gapinge - middenin het proefgebied dat Zeeuwse Eilanden heeft aangewezen. Ook in de Zak van Zuid-Beveland moet het project worden getest.

Van Oirschot is bang dat fietsers onder de nieuwe vorm van wegbeheer zullen lijden. „Dat ze drempels willen weghalen, prima. Maar ze moeten wel blijven snoeien. Anders wordt het voor fietsers een zenuwachtige situatie als auto’s en landbouwmachines willen passeren.“

Of dat zo zal zijn, moet natuurlijk blijken uit de proef. Daar is die immers voor bedoeld. En daar heeft Van Oirschot weinig moeite mee. „Ik ben alleen bang dat auto’s toch te hard blijven rijden. Een vrijliggend blijft de beste oplossing voor de veiligheid van de fietsers.“

Als de proef doorgaat, voer die dan in ieder geval niet uit op een weg waar veel schoolkinderen fietsen, benadrukt Van Oirschot. „Daar moet je de weg zeker niet versmallen. Schooljeugd is juist de gevaarlijkste groep. Kijk maar naar de dodelijke ongelukken die de laatste tijd hebben plaatsgevonden in Goes en Aagtekerke.“

Ook binnen het bestuur van het waterschap Zeeuwse Eilanden zijn de twijfels over de proef groter dan Van de Hoef eerder deze week liet blijken toen bleek dat het experiment een jaar wordt uitgesteld. „Wij zien wel de mogelijkheden, maar zeker ook de begrenzingen“, verklaart M. Wattel uit Gapinge, voorzitter van de commissie waterkeringen en wegen. Die grens ligt voor het bestuur bijvoorbeeld bij de veiligheid van de fietsers, stelt Wattel nadrukkelijk. „Ik hoop daarom op een goede wisselwerking tussen bestuurlijke verantwoordelijkheid en praktische kennis van mensen uit het gebied.