Middelburgers doen mee aan grote rampenoefening

MIDDELBURG - De Middelburgse reddingsbrigade heeft zaterdag meegedaan aan een grote rampenoefening in 's-Gravenzande. Hopelijk hoeft de rampenploeg van de Middelburgse club nooit daadwerkelijk te worden ingezet, maar kennis en praktijkervaring zijn dankzij deze grote oefening weer op peil.

De oefening speelde zich af in de gemeente Westland en had als passende titel 'Wetland' gekregen. Aan de oefening deden in totaal zo'n 120 hulpverleners mee van reddingsbrigades, brandweer en politie. Met de oefening waren de Middelburg behoorlijk lang zoet. De rampenploeg vertrok zaterdagochtend om vier uur en de 'inzet' eindigde pas rond drie uur 's middags.

Het scenario: Het regent al dagen aan één stuk door, de bassins van de tuinders en de sloten lopen langzaam over. Het water kan nog maar één kant op en dat is de straten in. De burgemeester van Westland geeft opdracht tot evacueren van bepaalde gedeelten van het Westland. In alle vroegte komen de eerste reddingseenheden van de reddingsbrigade aan in ’s-Gravenzande. Vanuit daar worden zij onder politie-escorte naar het ondergelopen gebied gebracht om de slachtoffers te evacueren.

Belangrijke oefendoelen tijdens deze rampenoefening waren het multidisciplinair samenwerken met andere hulpverleners, samenwerking tussen de verschillende reddingsbrigades onderling en improvisatie bij bijzondere reddingssituaties. Daarnaast maakte ook het bieden van hulp aan en evacuatie van slachtoffers, het navigeren, oriënteren en verkennen van onbekende gebieden en het omgaan met onbegrip, onwil en hevige emoties van slachtoffers, onderdeel uit van de oefening.

Oefeningen
De oefendag begon met het rijden onder politiebegeleiding naar het rampgebied. Een grote stoet met trailers met daarop reddingsvletten ging naar de verzamelplaats om vanaf daar in kleinere groepen, zogeheten flottieljes het rampgebied binnen te varen. Zij moesten het gebied zo effectief mogelijk in kaart brengen.

Onderweg kwamen de reddingseenheden een overhangende gasleiding tegen en werd een lek geconstateerd. De brandweer moest worden ingeschakeld en omstanders moesten op afstand worden gehouden. Enkele omstanders kregen last van misselijkheid. Dit betekende de eerste inzet waarbij medische hulp moest worden verleend.

De reddingseenheden kregen verder een ongeluk voor de kiezen waarbij wadend door het water een auto moest worden bereikt waarin nog een slachtoffer zat. Ook moest een loopbrug worden gebouwd en kregen de redders de taak op zich om samen met de brandweer een grote hoeveelheid zandzakken te vullen en te transporteren naar een dijk die dreigde door te breken. Echte hulpverlening moest worden toegepast bij het evacueren van een groep slachtoffers die hun huis uit was gevlucht maar door het water geen kant meer op kon.

Eén grote oefening draaide om verzorgingstehuis De Lier. Dit dreigde onder water te lopen en dat betekende dat bewoners zo snel mogelijk moesten worden geëvacueerd. Een aantal van de evacués was er slecht aan toe en moest liggend worden vervoerd. Tijdens het overbrengen kreeg tot overmaat van ramp één van de slachtoffers een hartaanval (uiteraard gesimuleerd). Het maken van keuzes en het registreren van de slachtoffers stond bij deze oefening centraal.

Rampenploegen
Reddingsbrigade Nederland heeft een formele taak ten aanzien van evacuatie en hulpverlening bij overstromingsrampen. In het hele land zijn 75 continu parate en 15 reserve reddingseenheden gestationeerd. Ook de Middelburgse Van Dixhoornbrigade beschikt over zo'n parate eenheid. Zij zijn 365 dagen per jaar binnen één uur beschikbaar.