Voorwaardelijke straf terminale verdachte

MIDDELBURG - Een voorwaardelijke gevangenisstraf van achttien maanden en het betalen van 4.000 euro schadevergoeding. Die straf hoorde een 60-jarige Roosendaler vandaag tegen zich eisen.

Volgens de richtlijnen had de 60-jarige man 'recht' op 18 maanden onvoorwaardelijk waarvan een deel voorwaardelijk, maar officier van justitie W. Suijkerbuijk koos vrijdag voor de voorwaardelijke celstraf.

Het zedendelict waarvoor de man, die destijds in Middelburg woonde, zich voor de Middelburgse rechtbank moest verantwoorden was tien jaar oud en de verdachte zelf leed aan een terminale ziekte en had nog maar kort te leven. Omdat de Roosendaler niet was verschenen, werd de zaak bij verstek behandeld.
 
De man, masseur, werd ervan verdacht in de jaren 1996 tot en met begin 2010 in Middelburg een jongen seksueel te hebben misbruikt. De jongen had enkele lichamelijke problemen en moest worden gemasseerd. Het jongetje was toen net twaalf jaar.
 
De moeder kwam bij de (toen) Middelburgse masseur uit en daarmee begon ook de ellende. De masseur kon zijn handen niet thuishouden en het jongetje werd diverse keren onzedelijk betast. De moeder kreeg een relatie met de masseur en uit angst dat de man, die als een vader voor hem zorgde, in de gevangenis zou belanden als hij de ontucht wereldkundig maakte, zweeg de jongen.
 
Toen hij 15 was waren er opnieuw seksuele kontakten en maakten de handtastelijkheden plaats voor verregaande seksuele handelingen. Pas in 2006 toen de relatie tussen zijn moeder en de man was beëindigd, durfde hij met het hele verhaal naar buiten te komen. Op 6 december vorig jaar werd de man aangehouden en werd op zijn computer kinderporno aangetroffen.
 
Uitspraak 15 maart.