OM: 'Brandstichter moet naar psychiatrische inrichting'

De Vlissinger, die zegt absoluut niet te weten wat er allemaal is gebeurd, wordt ervan verdacht in de vroege ochtend van 18 november 2012 brand te hebben gesticht in de berging van zijn flat aan de Hercules Segherslaan in Vlissingen. Volgens de Vlissinger wordt hij regelmatig door jongeren getreiterd, bedreigd, mishandeld en hadden ze hem zelfs gegijzeld. Hij werd toen op een stoel met een elektriciteitssnoer vastgebonden en ze dreigden de stekker in het stopcontact te steken. Hij was wel diverse keren naar de politie en de woningbouwvereniging gegaan om zijn beklaag te doen maar daar werd niets mee gedaan.

De avond voor de brandstichting had hij vier slaappillen genomen en het volgende dat hij zich wist te herinneren was dat hij zich in het politiebureau bevond. In de tussentijd zou hij de brand hebben gesticht, waren flatbewoners uit voorzorg geëvacueerd en daar had hij allemaal niets van meegekregen. ,,Misschien heb ik het wel tijdens het slaapwandelen gedaan'', opperde hij. De gedragsdeskundigen oordeelden dat de Vlissinger leed aan een psychotische stoornis en dan ook volledig ontoerekeningsvatbaar moest worden verklaard.

Over uiterlijk twee weken wijst de rechtbank vonnis.