Vrijspraak invoer 4.050 kilo cocaïne 2003
AMSTERDAM - Vier mannen die verdacht werden van invoer van 4.050 kg cocaïne in 2003 in Vlissingen zijn gisteren vrijgesproken door de rechtbank in Amsterdam. De vier gaan ook vrijuit voor hun vermeende deelname aan een drugsorganisatie.
De enorme partij drugs werd in de zomer van 2003 aangetroffen op de zeesleepboot 'Otton' en had een waarde van zo'n 200 miljoen euro. Dat gebeurde in de haven van Vlissingen en was op dat moment de grootste cocaïnevondst die ooit op een schip in een Nederlandse haven werd gedaan.
Naast de betrokkenheid van de invoer van deze partij cocaïne waren de vier volgens het Openbaar Ministerie (OM) ook lid zijn van de criminele organisatie die verantwoordelijk was voor dit transport en voor drie eerdere cocaïnetransporten. Twee van hen zouden leiding hebben gegeven aan deze organisatie.
Volgens het OM boden de drie getuigenverklaringen ondersteund door observatiefoto’s, telecomgegevens, peilbakengegevens, een-op-een-telefoons voldoende bewijs voor de beschuldigingen. De rechtbank bleek gisteren dus een andere mening te zijn toegedaan. Die vond de bewijzen niet voldoende om tot een bewezenverklaring te komen.
“De verklaring van één van de getuigen acht de rechtbank onvoldoende betrouwbaar omdat deze persoon zijn informatie niet uitsluitend van de verdachten heeft gekregen. Ook was hij door zijn manier van denken en antwoorden niet altijd goed te volgen en bovendien is zijn verklaring strijdig met de resultaten van het opsporingsonderzoek”, zo legt de rechtbank uit.
Een tweede getuige trok zijn belastende verklaring in. “In die verklaring gaf de getuige geen volledige openheid van zaken over zijn eigen rol. Dit alles in combinatie met de manier waarop de getuige zich tijdens zijn verhoor ter terechtzitting gedroeg, maakt dat de rechtbank ook deze verklaring niet voor het bewijs gebruikt”, aldus de woordvoerder.
De vrijspraak van het transport met de Otton brengt mee dat de verdachten ook worden vrijgesproken van het deelnemen aan een criminele organisatie. “Hun betrokkenheid bij de andere uitgevoerde transporten is in beslissende mate gebaseerd op de verklaring van een derde getuige. De verdediging heeft deze getuige vanwege diens gezondheidsklachten niet kunnen ondervragen. Daarom kan rechtbank zijn verklaring niet voor het bewijs gebruiken”, aldus de woordvoerder.
Zie ook:
- Gerechtshof oordeelt over straffen drugszaak Otton (16-02-2006)
Locatie op de kaart
Laatste nieuwsvideo's
22 januari 2025
22 januari 2025
22 januari 2025
19 januari 2025