Gevangenisstraf voor poging doodslag

MIDDELBURG - Tegen de 22-jarige Vlissinger D. H. is donderdag een gevangenisstraf van 99 dagen waarvan 77 voorwaardelijk en een taakstraf van 120 uur geëist. H. wordt verdacht van poging doodslag.

Midden april vorig jaar gingen H. en zijn vriend bij een plaatsgenoot op bezoek en dronken daar het een en ander. Op een gegeven moment vond H. dat-ie genoeg had gedronken en vroeg hij om 'fris'. Vervolgens ging het snel mis.

Volgens de vriend had hun gastheer MDEA in H.'s glas gedaan, met alle gevolgen van dien. H. voelde zich beroerd, zat op het balkon en werd wakker op de keukenvloer. Vervolgens werd hij wakker op straat. Dat was het en meer kon hij zich niet herinneren. Verklaring van een omwonende bracht wat meer helderheid over wat er - op straat - was gebeurd: zij had de politie gebeld met de mededeling dat H. iemand die op de grond lag tegen zijn hoofd liep te trappen.

Beide mannen zaten onder het bloed en H. zou geschreeuwd hebben ,,waarom heb je drugs in mijn drank gedaan?!'' Maar ook daar had hij geen enkele herinnering aan. ,,Alles is een zwart gat'', zei hij tijdens de behandeling van de zaak. Voor de officier van justitie was het een uitgemaakte zaak. ,,Ze hebben er een zooitje van gemaakt en het op een zuipen gezet. U heeft dus zelf het risico genomen om hem mogelijk dood te trappen.

'' H.'s advocaat V. Serrarens betoogde dat het hele gebeuren H. niet kon worden aangerekend; immers: T. was door een maat gedrogeerd en was daardoor in een psychose geraakt. Zij verzocht de rechtbank H. dan ook te ontslaan van rechtsvervolging. Uitspraak 13 oktober.