OM eist celstraffen klanten zedenzaak

MIDDELBURG - Het Openbaar Ministerie (OM) heeft vandaag celstraffen geëist tegen de klanten van het 17-jarige meisje dat in 2014 tot prostitutie werd gedwongen. Dinsdag werden al straffen geëist tegen de drie personen die een rol zouden hebben gespeeld in de zaak.

De personen die vandaag voor de rechter stonden zijn zes Zeeuwse mannen en één Brabander. Zij variëren in leeftijd van 27 tot en met 49 jaar. Het OM eistte celstraffen van vier en acht maanden. Daarvan is overigens een deel voorwaardelijk.

De mannen worden ervan verdacht in november 2014 betaalde seks te hebben gehad met het 17-jarige meisje. Eén van de hoofdverdachten in die zaak, de 27-jarige loverboy E. R. uit Velp hoorde daarvoor maandag een gevangenisstraf van vier jaar tegen zich eisen.

Het meisje was weggelopen uit een instelling en werd door R. gedwongen tot prostitutie. Er werden foto's van haar gemaakt en er werden advertenties op sekssites geplaatst. Volgens de advertenties was het meisje 22. Drie weken lang was zij dag en nacht beschikbaar om haar diensten te verlenen. Ze liep twee geslachtsziekten op en kan geen kinderen meer krijgen.

De mannen die zich donderdag moesten verantwoorden gaven vrijwel allemaal aan dat hun omgeving van niets wist en dat ze zich een ongeluk schaamden. En als ze geweten hadden dat het meisje minderjarig was geweest, dan hadden ze nooit met het meisje afgesproken. Het OM vindt dat de klanten toch schuldig zijn. "Ze hadden het meisje naar een legitimatie moeten vragen", zo oordeelde de officier van justitie.

Met name dat de mannen niet hadden geweten of gemerkt dat het meisje 17 was haalde de advocatuur aan om niet tot veroordeling over te gaan. Immers: de politie had - toen bekend werd dat ze werd vermist - een prostitutie-onderzoek gedaan en aangeklopt op een adres in Middelburg. Het meisje was daar op dat moment en ze kon zich niet legitimeren. Maar ze gaf een valse naam en leeftijd op en de politie verdween.

Later werd ze alsnog geïdentificeerd als de 17-jarige waar de politie naar op zoek was geweest. "En daar, waar het crème de la crème van de Zeeuwse zedenpolitie, specialisten, toen niet hebben geconstateerd dat het meisje minderjarig was, zou mijn cliënt dat geweten moeten hebben?' vroeg advocaat B. van de Luijtgaarden zich af.

"Als zij het niet zagen, hoe moet mijn cliënt het dan hebben gezien?" En dus vroeg Van de Luijtgaarden, net als zijn confrères, zijn cliënt vrij te spreken. Zo niet, dan zou een taakstraf al dan niet met een voorwaardelijke gevangenisstraf voldoen, aldus de advocaat.

Vrijdag staan nog eens zes klanten van het meisje terecht. De laatste zitting is op 8 december. Uitspraak op 21 december.