Voorwaardelijke straf geëist voor poging tot doodslag

MIDDELBURG - Het was een 'probleem' waar officier van justitie G. van der Hofstede maandag op de zitting van de Middelburgse rechtbank mee worstelde. De 29-jarige Souburger O. B. zou zich op 6 oktober 2015 bij Emergis schuldig hebben gemaakt aan het zetten van een wurgklem bij een van de medewerkers .

Een boete was geen optie, een taakstraf ging evenmin en een celstraf was ook niet in beeld omdat B. bij Emergis in behandeling was en een dergelijk straf de behandeling van de aan schizofrenie van het paranoïde type lijdende B. ernstig zou schaden. En zo kwam de officier tot een eis van een celstraf van 440 dagen waarvan 437 dagen voorwaardelijk en behandeling plus het betalen van 1274 euro schadevergoeding.

Op de bewuste dag ging B. bij de medewerker medicijnen halen en ontstond er tussen de twee een woordenwisseling toen bleek dat B. de verkeerde medicijnen kreeg. Na het uiten van de nodige onwelvoeglijke taal was de medewerker het zat, pakte B. bij diens nek en keel en zette hem het kantoor uit. Beide mannen rolden over de grond en B. voelde zich dermate bedreigd dat hij de medewerker in een wurgklem nam. Volgens B. had hij in paniek en uitnoodweer gehandeld.

In haar pleidooi memoreerde zijn advocaat S. van de Voorde dat haar cliënt zich door justitie niet serieus genomen had gevoeld. Ook hij had een aanklacht ingediend - hij was immers onverhoeds door de medewerker bij nek en keel gegrepen - maar daar was niets mee gedaan. Verder waren een veel verklaringen waaruit bleek niet iedereen alles had gezien en dat B. ook in haar optiek uit noodweer had gehandeld. Zij verzocht de rechtbank dan ook om B. te ontslaan van rechtsvervolging.

De uitspraak is op 13 februari.