Verdere daling aantal woninginbraken Zeeland

MIDDELBURG - Het aantal woninginbraken in de dertien Zeeuwse gemeenten neemt nog altijd af. "Dat komt door de unieke samenwerking tussen de Zeeuwse bevolking, politie en gemeenten", zo stelt districtschef Ronald Weydema van de politie.

Tot 1 december werden er in onze provincie 450 woninginbraken geteld. Hier zullen ongetwijfeld nog inbraken bij moeten worden opgeteld, maar dat er een dalende lijn is, is zeker. In heel 2018 kwam het aantal woninginbraken uit op 541. Dat was echter maar een fractie van het aantal inbraken in de jaren 2012 en 2013. Toen lag het aantal inbraken namelijk op respectievelijk 1.367 en 1.497.

Sinds 2013 neemt het aantal woninginbraken sterk af, volgens de districtschef onder meer doordat Zeeuwen inwoners zeer alert zijn en verdachte situaties blijven melden. “Daardoor zijn we goed geïnformeerd en kunnen wij inbrekers en overvaller soms zelfs op heterdaad arresteren. Ook zijn deze meldingen zeer waardevol bij rechercheonderzoeken.”

Van de gepleegde woninginbraken wordt in Zeeland ook een relatief groot gedeelte opgelost. Tot 1 december lag dit over 2019 op 15 procent. Landelijk ging het (tot en met september) om bijna 10 procent. Weydema is ook blij met deze cijfers, al lag in 2018 het ophelderingspercentage bij de woninginbraken wel een stuk hoger: op 29 procent (tegenover ruim 10 procent landelijk).

Volgens de politie zit dit verschil er met name in dat in Zeeland de arrestatie van één of meerdere (samenwerkende) inbrekers al een groot verschil kan maken. Weydema: “Denk bijvoorbeeld aan het gezin dat in hun camper op rooftocht langs de kust trok. Hun arrestatie zorgt meteen voor een groot aantal opgeloste zaken. In tegenstelling tot in de Randstad staat er hier bovendien gelukkig niet altijd meteen iemand klaar die de zaken wel even over zal nemen.”

Straatroven
De sterke daling die te zien is bij het aantal woninginbraken, komt overigens niet voor bij de overvallen en de straatroven. Dit jaar waren er zelfs een stuk meer overvallen dan in de afgelopen twee jaar. Waren het er dit jaar 14 (exclusief die in de gemeente Tholen), ging het in 2017 nog om 8 overvallen en in 2018 om 'slechts' drie. Het gemiddelde aantal overvallen over de afgelopen vijf jaar ligt op een krappe 13 per jaar. Bij de straatroven ging het om ruim 35 zaken gemiddeld. Het aantal straatroven dit jaar ligt iets lager: De politie noteerde tot 1 december 28 gevallen (exclusief die in de gemeente Tholen). Dat is ongeveer net zoveel als in heel 2018 (30 stuks).

Dat bij de straatroven en de overvallen niet net zulke dalingen zijn te zien als bij de woninginbraken heeft volgens politiechef Weydema niets te maken met het de inzet van agenten maar eerder met het simpele feit dat deze delicten veel minder vaak voorkomen. Hierdoor fluctueren de aantallen minder, zo stelt de politie.

100% Opgehelderd
Het Zeeuwse ophelderingspercentage bij overvallen en straatroven ligt overigens wel ook een stuk hoger dan het landelijk gemiddelde. Van de overvallen werd vorig jaar zelfs 100% opgelost. Tot 1 december lag dit percentage bij de zaken van dit jaar met 77 procent weliswaar een stuk lager, maar nog altijd hoger dan de landelijke 51 procent. Voor de straatroven ligt het ophelderingspercentage landelijk op bijna 30 procent. In Zeeland werd vorig jaar de helft van de zaken opgelost. Van de straatroven dit jaar werd tot 1 december 45 procent opgelost.

Volgens Weydema presteert de Zeeuwse politie al langere tijd ruim boven het landelijk gemiddelde. “Mijn collega’s doen er alles aan om deze ernstige en ingrijpende zaken op te lossen. Naast onze werkwijze is de samenwerking met de Zeeuwen erg belangrijk. Zo ontvangen wij verhoudingsgewijs vaker meldingen van verdachte situaties, wat natuurlijk helpt bij een rechercheonderzoek.”

“De Zeeuwse aanpak is verder zo succesvol omdat wij iedere aangifte grondig onderzoeken en daarnaast seriematig analyseren. Al deze high impact zaken worden iedere keer weer door een speciaal team beoordeeld, ieder vanuit zijn eigen discipline. Diverse rechercheonderdelen kijken of er nog mogelijkheden zijn om de zaak op te lossen. Maar daarnaast vindt er bijna altijd een buuronderzoek plaats. Ook de wijkagenten werken aan deze zaken mee en geven tips door aan de recherche”

“Verder maken we regelmatig gebruik van vaste en mobiele kentekenplaatherkenning, zodat we geïnformeerd worden als bekende inbrekers of overvallers in Zeeland gesignaleerd worden. Ook hebben we de laatste jaren werk gemaakt van het digitaal opkoop register, waarbij wij controleren bij opkopers van tweedehands spullen. Ook is uit een intern onderzoek gebleken dat we baat hebben bij de kleinschaligheid in onze provincie. Agenten herkennen signalen heel snel en delen deze informatie, wat natuurlijk belangrijk is bij een onderzoek”, aldus de politiechef.

Camerabeelden
Weydema hoopt dat burgers hun informatie blijven delen en roept ondernemers en particulieren tegelijkertijd op om zich aan te sluiten bij de databank 'Camera in Beeld'. "Met deze databank kan de politie nog sneller zien waar in de buurt van bijvoorbeeld een woninginbraak zich camera’s bevinden, die mogelijk beelden van de dader hebben. Hierdoor kunnen daders sneller worden gepakt", aldus Weydema.

Vandaag maakte de politie overigens ook bekend dat op Walcheren sinds november wel een forse stijging is te zien van het aantal inbraken.