Onderzoeksraad: Onduidelijke situatie leidde tot aanvaring met loodsboot in 2018

MIDDELBURG - Er moeten nadere instructies komen over hoe te handelen als een loodskotter en een zogeheten SWATH-loodsboot bij elkaar in de buurt zijn ten tijde van een beloodsingsproces. Dat moet een aanvaring zoals die in januari 2018 12 mijl ten noordwesten van Westkapelle plaatsvond voorkomen. Destijds kwam het loodsvaartuig Pollux rond kwart over vier 's nachts in aanvaring met de Panamese bulkcarrier Nord Taurus.

De Pollux werd destijds aan bakboord geraakt door de Nord Taurus en liep onder meer schade op aan de brug en de romp. Een aantal bemanningsleden van de Pollux liep lichte verwondingen op. De Pollux bleef wel drijven en kon op eigen kracht naar Vlissingen varen. De Nord Taurus ging bij de Steenbank voor anker met lichte schade.

De Onderzoeksraad voor Veiligheid deed onderzoek naar de aanvaring. Hieruit is naar voren gekomen dat op de bewuste 21 januari een verwarrende situatie ontstond toen de SWATH-loodsboot Perseus een beloodsingsoperatie uitvoerde bij het Panamese vrachtschip. Het loodsvaartuig Pollux was ook in de buurt maar speelde geen actieve rol in het proces. De opvarenden van de Peseus en de Nord Tauris gingen daar onterecht wel vanuit, zo zegt de Onderzoeksraad nu.

Ten tijde van de aanvaring voerde de Pollux loodsverlichting. Hierdoor gingen zowel de Nord Taurus als de Perseus er volgens de raad vanuit dat de Pollux het beloodsingsproces volgde en waar nodig kon faciliteren. Dit was echter niet het geval. “Het gevolg was een onduidelijke en risicovolle situatie die uiteindelijk leidde tot de aanvaring”, aldus de raad.

“De Nord Taurus en de Perseus gingen vanuit dat de Pollux zijn koers zou wijzigen om zo de weg van de Nord Taurus niet te hinderen. Dit voorval leert dat voor alle partijen in en rondom een beloodsingsproces helder moet zijn hoe manoeuvres gaan verlopen. Er mag geen ruimte ontstaan voor ongetoetste aannames”, zo stelt de Onderzoeksraad.

De Onderzoeksraad doet naar aanleiding van de aanvaring onder andere een aanbeveling aan het Nederlands Loodswezen en het Belgische Agentschap Maritieme Dienstverlening en Kust. Zij worden opgeroepen gezamenlijk nadere instructies op te stellen voor het handelen tijdens beloodsingsprocessen, specifiek in de situatie wanneer een loodsvaartuig wel in de buurt maar niet actief betrokken is bij het proces. “De bevordering van de naleving van de op te stellen instructies moet passen bij de voorbeeldfunctie die het Loodswezen heeft. Een vergelijkbaar voorval wordt daarmee in de toekomst mogelijk voorkomen”, zo concludeert de raad.