OM vraagt vrijspraak voor dood Van der Linden
MIDDELBURG - De officier van justitie in Middelburg vindt dat de inmiddels 53-jarige oud-Vlissinger M. B. opnieuw moet worden vrijgesproken van de moord, dood, of zware mishandeling die geleid heeft tot de dood van de toen 36-jarige Joost van der Linden in 2010.
Het stoffelijk overschot van Van der Linden werd op 11 oktober 2010 aangetroffen in B.'s woning aan de Dordtmansstraat. De Vlissinger kon vervolgens begin november in Eindhoven worden aangehouden. De vriendin van B. - I.H. - bekende Van der Linden op 7 oktober om het leven te hebben gebracht. Die verklaring trok ze echter later weer in. Volgens haar bekennende verklaring had het slachtoffer bij haar drugs afgeleverd en probeerde hij haar aan te randen. In een reactie sloeg zij een USB-kabeltje rond zijn nek. Ze zette een knie in zijn rug en trok het kabeltje aan.
Vriendin I. H. ging in beroep en werd na diverse procedures definitief vrijgesproken. B. werd voor het helpen van zijn vriendin met het wegwerken van sporen veroordeeld tot vijf maanden cel. Los van de bekentenis van H. is tot op heden niet vastgesteld waaraan het slachtoffer nu precies is komen te overlijden. Als mogelijkheden waren er een overdosis drugs of door de verwurging.
De rechtbank twijfelde eraan of de biecht van de vrouw wel echt waar was en sprak haar vrij. Het gerechtshof in Den Bosch was, in hoger beroep, wel overtuigd van de schuld van de vrouw. Volgens de Hoge Raad schortte er echter het nodige aan de motivering van het hof. Het Openbaar Ministerie (OM) had in hoger beroep vrijspraak gevraagd, omdat het twijfelde aan de betrouwbaarheid van de bekentenis van de vrouw. Volgens de Raad had het hof beter moeten motiveren waarom het van dit onderbouwde standpunt afweek. Het hof heeft destijds een verzoek van het OM tot een nader onderzoek van de bekennende verklaringen afgewezen.
De laatste 'bekentenis' van H. is dat Van der Linden al dood was toen zij de woning binnenstapte en geen idee heeft wat er is gebeurd. B. op zijn beurt zou tegenover zijn moeder, zijn ex-echtgenote en een kennis gezegd hebben dat hij iets vreselijks had gedaan. “Ik heb iemand omgelegd”, zo zou hij hebben gezegd. Hoewel het Openbaar Ministerie zegt voldoende aanwijzingen te hebben ontbreekt de overtuiging dat B. de dader is geweest.
B. was vandaag overigens niet bij de behandeling van zijn zaak aanwezig. Uitspraak over twee weken.
Locatie op de kaart
Laatste nieuwsvideo's
22 november 2024
22 november 2024
21 november 2024
20 november 2024
Reageer op dit bericht
Reacties
Zelf reageren? Lees hier de spelregels.
Eerste | Vorige | 1 | Volgende | Laatste |