12 jaar cel geëist voor poging tot doodslag Kezban

MIDDELBURG - Het Openbaar Ministerie (OM) in Middelburg vindt dat de 28-jarige Domburger G. E., die ervan wordt verdacht de toen 21-jarige Kezban Avci een kogel door het hoofd te hebben geschoten, tot twaalf jaar voor poging doodslag moet krijgen. Daarbovenop komen nog twee maanden van een eerdere veroordeling voor verboden wapenbezit. Het OM gelooft niet dat E. per ongeluk heeft geschoten en hetzelfde geldt voor de verklaringen die hij heeft afgelegd.

Het incident vond in augustus 2020 plaats in haar woning in Middelburg waar E. bij gebrek aan onderdak verbleef. Na het ongeval duurde het twee uur eer de hulpdiensten werden gebeld. Kezban werd in kritieke toestand met spoed naar een ziekenhuis in Rotterdam vervoerd en lag twee maanden in coma.

In een eerdere verklaring zou E. gezegd zou hebben dat het schot per ongeluk was afgegaan. Hij was zijn vuurwapen aan het schoonmaken, het magazijn was verwijderd en daarna weer teruggeplaatst. E. zei dat te zijn vergeten, waardoor er een kogel in de kamer kwam en - volgens E. - het wapen plotseling afging. Een andere verklaring  (dat zou E. tegen een ambulancemedewerker hebben gezegd) luidde dat hij met het vuurwapen aan het 'dollen' was en ook toen per ongeluk afging. Tijdens de behandeling van de zaak ontkende E. dat overigens. Toen hij bloed zag, dacht hij dat Kezban was overleden en denkend aan het justitiële proces dat hem te wachten stond vond hij dat-ie eerst goed overleg wilde plegen met familie en zijn ouders. Die adviseerden hem om 112 te bellen. E. ging terug naar de woning en belde - dus twee uur later - het noodnummer.

Uit het onderzoek is gebleken dat E. en Kezban geen relatie hadden en die dag ruzie hadden over een parkeerboete. E .stond bekend om zijn korte lontje en heeft de nodige ervaring met huiselijk geweld, waarbij ook zijn moeder het diverse keren moest ontgelden. Ook zou Kezban bang voor hem zijn en vreesde ze dat hij haar wilde vermoorden.

In haar slachtofferverklaring zei Kezban dat ze E. uit haar woning wilde hebben, E. erg kwaad was en met het vuurwapen in de deur stond. Vanaf dat moment werd alles zwart. Ook noemde ze E. een leugenaar en verweet ze hem dat hij alleen maar bezig was geweest om zijn eigen hachje te redden.