Gerechtshof: 'Mantelzorgers' moeten half jaar de cel in

DEN BOSCH - Het gerechtshof ’s-Hertogenbosch heeft vandaag zowel de 48-jarige Oost-Souburger V. de R. als zijn echtgenote F. W. (46) veroordeeld tot 6 maanden gevangenisstraf. Het Hof vindt bewezen dat het stel jarenlang de bejaarde en dementerende 'Ko' uit Middelburg heeft bestolen van grote sommen geld. Het duo trad voor Ko op als mantelzorger.

De bejaarde man was een bekende van de vader van W. Toen deze vader overleed, kwam het echtpaar met de bejaarde man in contact. In het begin deden zij zo nu en dan boodschappen en klusjes voor hem. In de loop van de tijd namen deze activiteiten toe. W. deed ook de administratie van Ko, waardoor het stel volledig inzicht in en de totale controle over de financiën van de man kreeg.

Van maart 2013 tot en met oktober 2015 werden er door het echtpaar grote geldbedragen opgenomen van de bankrekeningen van de bejaarde man. Wekelijks namen zij 1.000 euro contant geld op, om deze aan Ko te geven. De uitgaven van het echtpaar en hun vermogensgroei wezen erop dat zij contante inkomsten hadden. Onduidelijk is waar die vandaan kwamen. Het hof leidt hieruit af dat zij de contante geldbedragen van de bejaarde man hebben gestolen. Ook maakte de vrouw de handtekening van de bejaarde man na bij bankoverschrijvingen van zijn rekening voor haar Marktplaatsaankopen.

Het slachtoffer was door zijn leeftijd en gezondheidsklachten, vooral dementie, steeds meer afhankelijk van zijn 'mantelzorgers'. Het hof vindt dat zij hun positie als mantelzorger ernstig hebben misbruikt voor hun eigen financiële gewin. Het hof verwijt de verdachten dan ook dat zij geen verantwoordelijkheid hebben genomen en niet inzien hoe fout zij handelden.

Tegen beiden was een jaar celstraf geëist, gelijk aan de eerder door de rechtbank opgelegde straf. Het hof heeft een lagere straf opgelegd dan de rechtbank, omdat niet bewezen is dat de twee als mantelzorgers opzettelijk de gezondheid van het slachtoffer hebben benadeeld.

Het hof vindt voor beide verdachten een gevangenisstraf van 9 maanden passend. Maar bij de rechtbank en in hoger beroep is de redelijke termijn voor afdoening van de strafzaak fors overschreden. Daarom verkort het hof de straf met 3 maanden. Beide verdachten krijgen dus een celstraf van 6 maanden. Er loopt ook nog een ontnemingszaak van 196.343 euro in hoger beroep. Die zaak wordt later afzonderlijk behandeld.