Bestuurder dodelijk ongeval sluizencomplex Terneuzen had epilepsie

MIDDELBURG – Het Openbaar Ministerie heeft een taakstraf van 240 uur en een rijontzegging van 4 jaar geëist voor het veroorzaken van een dodelijk ongeval op het sluizencomplex in Terneuzen in 2021. De verdachte zou medisch gezien niet mogen rijden.

In de ochtend van 5 november 2021 reed een werkbusje van schoonmaakbedrijf CSU met vijf inzittenden bij de Westsluis in Terneuzen door de slagbomen, reed de kolk in en kwam acht meter lager terecht op de bolder van een binnenvaartschip. De toen 25-jarige Tanjo Funk kwam daarbij om het leven. De overige inzittenden kwam er met ernstige verwondingen levend vanaf en werden afgevoerd naar het ziekenhuis. Vandaag diende voor de rechtbank in Middelburg de zaak tegen de bestuurster van het busje, de 40-jarige M. B. uit Hoek en werd duidelijk hoe het dramatische ongeval heeft kunnen gebeuren.

Ze waren op weg naar een vakantiepark in Nieuwvliet om daar de bungalows schoon te maken en B. leed aan paniekaanvallen en hyperventilatie. Die paniekaanvallen kreeg ze zelfs meerdere keren per dag en daar had ze medicijnen voor. Haar collega's wisten ervan en als er zich zo'n aanval aandiende, dan stopte ze het busje, snoof wat frisse lucht nam een 'pufje' en  dan ging het verder. Haar werkgever wist daar van.

Op de bewuste dag ging het dramatisch mis. Volgens haar collega's in de bus zat ze verstard en stokstijf achter het stuur, was ze niet aanspreekbaar en reageerde ze nergens op. ,,Ze was helemaal weg'', zei een van de slachtoffers. Uiteindelijk  bleek uit onderzoek - na het ongeval-   de vrouw niet aan paniekaanvallen te lijden, maar had ze een vorm van epilepsie met als kenmerk een verminderd bewustzijn.  In zijn requisitoir verbaasde de officier van justitie zich erover dat de vrouw ondanks alles was blijven rijden. Diverse keren had ze het bij haar werkgever aangekaart maar die kwam niet verder dan dat er weinig chauffeurs waren en dat - als de paniekaanval was afgelopen en het busje aan de kant was gezet -het verder goed was. In de optiek van de aanklager heeft CSU dan ook nooit haar verantwoordelijkheid genomen en na het ongeval nauwelijks gereageerd. Een vertegenwoordiger van haar werkgever was niet op de zitting aanwezig. ,,U heeft zelf het risico  genomen en zelf aanvaard'', hield de aanklager B. voor. ,,De kern van het verwijt is dat u niet achter het stuur had moeten kruipen''. Rekening houdend met onder meer het tijdsverloop en de houding van haar werkgever eiste hij een taakstraf van 240 uur en een rijontzegging van vier jaar. Het rijbewijs is door overigens het CBR al ongeldig verklaard.

De rechtbank zal op 17 mei uitspraak doen in deze zaak.