Fighter vooral bekend door scheepsramp

TERNEUZEN - Het lijkt symbolisch. Sleep- en bergingsbedrijf Smit uit Rotterdam lijfde eerder deze week de Unie van Redding- en Sleepdienst (Union) in Antwerpen in en zie, een paar dagen later wordt de Fighter, ooit het officieuze vlaggenschip van de Belgische berger op de Westerschelde, naar Rotterdam gesleept.

De dertig jaar oude sleper, op de werf in Terneuzen al grotendeels gestript, werd door de Union Emerald en Union Jade, vanuit Terneuzen naar de Parkkade in Rotterdam gesleept. De sleepboot dient straks als decor voor podiumkunsten. Het ensemble Intorno, de nieuwe eigenaar van de sleper, heeft een mooie vaste ligplaats voor de Fighter op het oog: de Schiehaven. Want, zegt bestuurslid Cor Flach: "Dat is vlak bij Delfshaven, waar al een hele trits creatieve instellingen zit."

De sleepboot wordt eerst door leerlingen van het Albeda College opgeknapt. Het ensemble heeft plannen om de rijke historie van de sleepboot levend te houden met een kleine expositie aan boord. Daarover is inmiddels contact gelegd met Zeeuwse sleepbootliefhebbers. De Union-kleuren blijven behouden.

De Fighter kan ontegenzeglijk bogen op een rijk verleden. De Union nam de zusterslepers Fighter en Boxer in 1977 in gebruik. De sleepboten (42 meter lang, 11 meter breed met een vermogen van 4079 PK en een trekkracht van 55 ton), gebouwd op de werf in Rupelmonde, werden ingezet op de Westerschelde en de zuidelijke Noordzee. De Fighter lag jarenlang op station in de Buitenhaven in Vlissingen, met afwisselend de Terneuzenaren Piet Oppeneer en Maarten van der Eijk als kapitein. Die twee waren onlosmakelijk verbonden met de Fighter en droegen op die manier een beetje bij aan Zeelands Glorie, de stoere wereld van de sleep- en bergingswereld.

Voor de doorsnee walbewoner, wel te verstaan, want zelf bleven ze altijd broodnuchter onder de lofuitingen. De Fighter werd ingezet bij honderden bergingen, soms eenvoudig, vaak spectaculair.

De sleepboot kwam bijvoorbeeld in actie bij de stranding van het Spaanse schip Paloma, op eerste kerstdag 1980, maar ook bij de brand aan boord van de tanker Olympic Dream in 1987. Maar ook het optreden van de sleper bij brand in de machinekamer van de Viola Gorthon in 1988 in de Sloehaven, bij de stranding van de ammoniaktanker Hesperus bij Borsele, een jaar later, en bij de vastgelopen bulkcarrier Viva in 1990 op een plaat in het Scheur sprak vooral de 'mannen van de waterkant' tot de verbeelding.

Maar écht geschiedenis schreef de Fighter bij de reddingsoperatie na het kapseizen van de veerboot Herald of Free Enterprise op 6 maart 1987 voor de haven van Zeebrugge. De Fighter, met op dat moment Piet Oppeneer aan boord, was er als een van de eerste bij. De bemanning nam negentig drenkelingen aan boord; later werden ook 34 stoffelijke overschotten naar de wal gebracht. De bemanning werd ontvangen op het koninklijk paleis in Brussel, kreeg een plaquette van de rederij en een bedankje van Margaret Thatcher.

De meeste indruk maakte echter het eenvoudige bedankbriefje van een veertienjarig meisje uit Welwyn Garden City. Nicola Simpson, een van de drenkelingen op de Fighter, verloor bij de ramp haar moeder. In het briefje kondigde ze aan dat ze terug zou komen om haar redders te bedanken. ,,But I don't really want to go by boat, not at night anyway", eindigde ze. Niet meer met de boot dus.

Jarenlang hing het briefje in de stuurhut van de Fighter aan de wand. Oud-kapitein Maarten van der Eijk: ,,Op een bepaald moment heb ik het mee naar huis genomen, omdat ik bang was dat het in de prullenbak zou verdwijnen.'' Hij was er gisterochtend niet bij, toen de Fighter Terneuzen verliet. Emoties? "Neuh. Die twee boten waren aan vervanging toe."

De Boxer is zo'n maand geleden naar de sloper in Gent gebracht.