Politie laat vaak lang op zich wachten

MIDDELBURG - De Zeeuwse politie was in 2014 in ruim 63 procent van de in totaal bijna 6.100 spoedmeldingen binnen een kwartier te plaatse. Daarmee scoort Zeeland onder het landelijk gemiddelde en wordt de streefnorm niet gehaald. Dat blijkt uit cijfers die vandaag naar buiten zijn gebracht.

Binnen de politie wordt er naar gestreefd om in 85 procent van de gevallen binnen een kwartier aanwezig te zijn bij een prioriteit-1-melding. Het landelijk gemiddelde bedroeg 86 procent. De norm wordt landelijk gezien dus gehaald. In Zeeland niet. Daar ging het dus om slechts 63 procent. In de gehele regio Zeeland-West-Brabant scoorde men wel voldoende. Daar ging het namelijk om 86,4 procent van de gevallen. Dat komt omdat er in de gehele regio meerdere gemeenten zijn waarbij de norm ruim wordt gehaald. In de gemeente Etten-Leur bedroeg het percentage zelfs meer dan 97 procent.

De slechte Zeeuwse score komt met name doordat Zeeland veel landelijk gebied kent. Er zijn wel grote verschillen zijn tussen de diverse gemeenten. De politie van Vlissingen reageert het snelst. Daar was men namelijk binnen 81,04 procent van de spoedmeldingen binnen het kwartier ter plekke. In Noord-Beveland ging het echter om slechts 26,92 procent van de situaties. Ook Tholen scoorde niet positief. Daar lukte het in 44,49 procent van de gevallen om binnen 15 minuten ter plekke te zijn.

In geen enkele Zeeuwse gemeente werd de streefnorm gehaald. De cijfers voor de nog niet genoemde gemeenten op een rij: Borsele (57,56%), Goes (78,70%), Hulst (72,43%), Kapelle (65,96%), Middelburg (79,62%), Reimerswaal (62,30%), Schouwen-Duiveland (58,67%), Sluis (61,76%), Terneuzen (69,97%) en Veere (65,57%).

Uit het overzicht wordt trouwens ook duidelijk hoeveel spoedmeldingen er in elke regio waren. Daarin zijn grote verschillen zichtbaar. Middelburg had het het drukst met 937 prio-1-meldingen. Gevolgd door Vlissingen (902), Terneuzen (899) en Goes (817). Het rustigst was het in Noord-Beveland. Daar waren maar 26 spoedmeldingen.

Volgens de politie gaat de zogeheten noodhulp om meer dan alleen reactietijden. “Zo is het een goed gebruik dat het meldkamerpersoneel waar nodig op afstand hulp biedt, terwijl het noodhulpvoertuig onderweg is. Bijvoorbeeld door andere hulpdiensten te waarschuwen, de melder gerust te stellen of hem belangrijke instructies mee te geven. Afhankelijk van de melding kan het zijn dat een andere noodhulpdienst, zoals de brandweer of de ambulance, wel binnen 15 minuten ter plaatse is en de melder op tijd geholpen wordt”, aldus de politie.

De politie heeft in 2012 bij het bepalen van de doelstellingen van het nieuwe nationale korps de lat voor 2015 hoog gelegd. De nieuwe doelstelling om in gemiddeld 90 procent van de noodhulpmeldingen binnen 15 minuten ter plaatse te zijn lijkt voorlopig te ambitieus. Dat erkent ook de politie. “Er zal zorgvuldig bekeken worden op welke manier de reactietijden nog verder verbeterd kunnen worden”, aldus de woordvoerder.